Vanuit de spirituele opleiding heb ik geleerd dat ‘aarden’ contact maken is met de aarde. Bewust lichamelijk door veel buiten te zijn, de natuur in, wandelen, werken met de handen in de grond (tuin - moestuin). Of bewust geestelijk, door je innerlijk te verbinden met de aarde. Met de stuit en voetzolen een energetische verbinding leggen. Maar gisteren kreeg ik een wijsheid onder ogen, die me zo diep raakte, namelijk aarden is ‘doorleefd gedrag’. Echt aarden is gebeurtenissen meemaken, verdriet voelen en doorleven, angsten voelen en doorstaan, teleurstellingen en pijn voelen en loslaten. Als ik denk aan de mensen die ik gedurende mijn leven heb losgelaten omdat ik ‘voor mijn gevoel’ niet anders kon, begrijp ik nu dat de pijn, het verdriet en de teleurstelling letterlijk gevoeld maar ook losgelaten, onthecht mochten worden. Daarmee ‘doorleefde’ ik die ervaringen. Het is te vergelijken met een jong wortelzaadje. In een bepaalde periode ontluikt het zaadje door contact met de aarde. Het zaadje groeit door voeding, warmte en licht. De buitenkant groeit gestaag, wat ondergronds groeit, voor de mens zijn innerlijk, wordt pas zichtbaar aan het einde. Bij de oogst is de peen goed geworteld, diep verbonden met de aarde. Ik besef dat de onafgebroken reeks aan gebeurtenissen en ervaringen die heftig aanvoelden en waardoor ik soms ziek werd, een doorleefdheid hebben gegeven waar in nu dankbaar voor ben. Hoe moeilijk het toen ook was.