Negen maanden ben ik nu thuis, negen maanden waarin ik
tot rust ben gekomen. Elke dag een nieuw begin, elke dag blij met de tijd die
ik heb, als een nieuwe geboorte. In die afgelopen periode is er iets in mij
wakker geworden, en kan ik de slaap die daarbij hoort uit mijn ogen wrijven.
Hoe kan ik beginnen dit gevoel te omschrijven dat zich in mijn binnenste roert?
Hoe kan ik uiting geven aan gevoelens die recht uit het hart van mijn ziel
lijken te vloeien, zoals een rivier zich via de delta vloeiend overgeeft aan de
zee? Hoe kan ik zeggen dat ik niet meer voel dat ik in de stroom meegevoerd
wordt, maar dat ik de stroom ben? Dat ik niet het kloppen van het hart voel,
maar de hartenklop zelf ben? Waar ik nu ben, ben ik nog niet eerder geweest.
Nog niet eerder was ik in dit spiritueel bewustzijn, zo verbonden met mijn
hogere zelf. Is dit voortgekomen uit de zwangerschap van rust die ik mezelf heb
toegestaan, om af te dalen in mijn innerlijk en bij mijn intiemste bron ben
aangekomen? Ik ben mezelf, voor nu,
volledig bewust van de volheid van het bestaan en de verwerkelijking van mezelf
hier op aarde. In aanvaarding van alles wat er in mijn leven is, het goede en
het slechte, in en van mijzelf. Nu staat de weg open, is het pad vrij om te
zijn wie ik ben, uit het hart van mijn ziel.