Soms word ik diep in de nacht wakker. Ik vraag me dan af waarom ik zomaar wakker ben geworden. Ik hoef niet te plassen, er zijn geen ongebruikelijke geluiden in huis. Ik probeer de slaap meteen weer te pakken te krijgen. Dan wordt het geronk naast me steeds harder. Ad snurkt, en niet zo’n beetje ook. Het is tussen ons een vaak plagerig onderwerp van gesprek. Hij wordt ook wel eens wakker van mij hoor. En ik geloof hem, want toen ik in de hete zomer ’s middags siësta hield in de hangmat en in slaap viel, werd ik weleens van mijn eigen geknor wakker. Maar we waren bij het gesnurk van Ad. Ik gebruik tegenwoordig het wondermiddel dat bij hem helpt. Ik fluit, kort en hoog. Meteen is het stil, zo ook nu. Ik draai me op mijn zij en val in slaap. Tenminste, na dat fluitje kan ik me niets meer herinneren. Ik heb dit eens tegen mijn dochter verteld, en zij geloofde me niet. ‘Wat een onzin, dat iemand dan ophoudt met snurken,’ vond zij. Maar Ad valt ook wel eens in slaap voor de tv en zodoende kon ik het haar voordoen toen Ad in zijn luie stoel lag te snurken. We hebben krom gelegen van het lachen, toen hij inderdaad tot 2 keer toe ophield met snurken nadat ik had gefloten. Mocht je ook wel eens wakker liggen naast een snurkende partner, dan kun je het eens uitproberen. Wie weet ga jij voortaan fluitend door het leven