Een icoon, een grote droom, een ultieme wens is het voor velen om naar Santiago de Compostella te gaan, liefst wandelend of fietsend. Zoveel verhalen en mythen zijn erover verteld en geschreven. Op onze vakantie richting Portugal besloten we dan ook om Santiago de Compostella aan te doen, met de auto weliswaar. Geen hooggespannen verwachtingen, het lag op onze route. Een vriendin vroeg of ik voor haar een kaarsje wilde aansteken in de kathedraal, het eindpunt van de Camino. We kwamen er in de middag aan en hadden de kerk met het plein snel gevonden. Het kaarsje dat ik binnen aanstak was een elektrisch verlicht rood lampje dat door inworp van een muntstuk 10 minuten zou blijven branden. Ik begrijp best dat de kaarsenwalm lastig is voor het interieur van het heiligdom, maar het heeft wel invloed op de sfeer en de achterliggende gedachte van het aansteken van een kaars. Er werden verhit briefjes geschreven en in de daarvoor bestemde bakken gelegd, om verlichting van pijn en nood. Het lijden van de mens was er voor mij voelbaar. Na een bezoek aan kathedraal stonden we snel weer buiten. De straten en winkels staan bol van het toerisme en de vele souvenirs. Ik besefte dat ik hier niets te zoeken had. Als we later op een terrasje nagenieten van een maaltijd, bedenk ik dat ik mijn Camino in Ierland heb gelopen. Een week lang wandelen door de bossen en bergen van de Wicklow Mountains, een fantastische ervaring rijker door de inzichten die moeder natuur en de lokale bevolking me daar hebben gebracht. Ach ja, Santiago. Another myth busted.