Vorig jaar op 16 maart werd ons eerste kleinkind geboren.
Daarmee ging de grootste wens van onze dochter in vervulling. Het wonder weer
van zo dichtbij mee te mogen maken, wat een zegen. De jongen is een
‘voorbeeld’ig kind. Hij groeit zoals het hoort, en is in zijn onschuld een kind
dat je telkens als je het ziet blij maakt. Hij gaat naar de kinderopvang en dat
is goed voor zijn ontwikkeling. Wij mogen als grootouders zo nu en dan oppassen
zodat we onze kleinzoon van dichtbij wat langer meemaken. Ik besef dan meer dan
ooit dat de kleine dingen van het leven toch het belangrijkst zijn. In bad doen
en liedjes voor hem zingen geeft veel plezier. De korte video filmpjes die we
kunnen maken van zijn voortuitgang kijk ik met regelmaat terug. Deze tijd van
communicatie en mediatechniek is dan een toegift. We zien het gezin niet elke
week en beeldvideo van whats’app heeft veel meerwaarde in het contact met hem
en zijn ouders. Steeds besef ik weer, ‘wat vliegt de tijd’, als we het jonge
gezin weer ontmoeten en hij dan weer zelfstandig kan zitten, tijgeren, kruipen
en staan. Zo rond de 10 maanden begon de kleine eenkennig te worden. Dat vond
ik toch wel een apart gedrag. Want wat is eenkennigheid eigenlijk? Op internet
lees ik daarover; ‘Als je baby eenkennig is geworden, hecht hij zich
aan één of twee personen, terwijl hij voor vrijwel alle andere personen (een
beetje) bang wordt. Hij beseft ineens dat niet alle mensen papa en mama zijn!’
Dat klinkt logisch maar op een wezenlijk niveau zegt het weinig. Tijdens een
meditatie vroeg ik daarom innerlijk wat ‘eenkennigheid’ bij jonge kinderen wil
zeggen. Het antwoord dat naar boven kwam borrelen was dat er voor het kind een
einde komt aan het één zijn met al dat is en (vooral) zijn ouders. Hij begint,
op zijn eigen niveau, te beseffen dat hij niet een en dezelfde persoon
met bijvoorbeeld zijn moeder is die hem 9 maanden gedragen heeft en hem daarna
gevoed heeft. Hij begint te voelen dat hij een aparte entiteit is en omdat dat
een overgangsperiode is lijkt hij angstig en een beetje verloren. Terecht
natuurlijk, de meeste overgangen boezemen angst in. Eenkennigheid is dus
eigenlijk hetzelfde als uit de eenheid vallen die het kind tot dan toe ervaren
heeft, maar krijgt zo toch een andere klank en betekenis voor mij. Er gaat een
andere wereld voor hem open. Dat zal zo nog wel een tijdje door blijven gaan.
Op zijn verjaardag zette hij voorzichtig zelfstandig de eerste stapjes en liep
hij zomaar naar zijn moeder toe, en bij zijn moeder vandaan! Wat een toegift en
geluk is dit kind, zo wezenlijk puur nog, in mijn leven.