Bij mijn bezoek aan het huis met de hoofden en de daarin gevestigde
Ambassy of the free mind ontdekte ik talrijke boeken en tekeningen van
rozenkruisers en kabbalisten, en andere vrijdenkende filosofische en theosofische
bewegingen. Ik stuitte op Hermes Trismegistus,
een filosoof. Hij werd gezien als een profeet die geheime kennis openbaarde aan de mens, aan hem werd
in de oudheid en nu nog de hermeticatoegeschreven. Het doel hiervan is de gnosis te bereiken, intuïtieve
goddelijke kennis. Trismegistus is tevens bekend van de grondgedachte ‘Zo
boven, zo beneden’, verwijzend naar de gelijkstelling van hemel en aarde, van de micro- en de
macrokosmos.
Er zijn teksten van hem over alchemie, magie en astrologie, én de mystieke teksten die moeten leiden tot het verkrijgen
van gnosis, zoals die beschreven staat in de Corpus Hermeticum.In dit vertaalde werk begon ik te lezen, want
ik had ’s nachts de naam Trismegistus in een droom voorbij horen komen. Hermes stelt dat de mens naar zijn
lichaam (materie) stoffelijk en sterfelijk is en geneigd tot het kwade. Maar naar
zijn innerlijk wezen is hij geestelijk en onsterfelijk, en geneigd tot het
goede. De wezenlijke mens wordt gekenmerkt door verstand en geest. Om tot
zichzelf te komen uit de onbewustheid moet de mens wakker en nuchter worden. Hermes
Trismegistus wil helpen en onderrichten over de eigen aard van de kosmos en God,
en de mens begeleiden op de weg van de gnosis. Hij stelt dat het uiteindelijke
doel, de ervaring van de goddelijke werkelijkheid niet kan worden geleerd maar slechts
persoonlijk beleefd dient te worden. Het is onzichtbaar, want het heeft gestalte noch
vorm, en ligt in elke mens vanaf de geboorte te wachten, als een zaadje dat tot bloei moet
worden gebracht. Deze ervaring wordt beschreven als een bevrijding, een
goddelijke gave, verlichting zo je wilt. Ik heb het boek die middag gelezen en
het voelde als een bevestiging van wat ik zelf de afgelopen veertien jaren heb
ervaren. Alsof de boom des levens in mijzelf gestalte kreeg, de wortels diep
verankerd in mijn wezen, van waaruit hij nu kan groeien en tot volle wasdom kan
komen.