Het leven is als de zee en als mens word je, samen met massa's andere mensen, in die zee opgeslokt. Er kan een moment komen dat je het gevoel hebt dat je opgeslokt wordt door die massa, die zee en weet je van binnen uit dat dit niet de bedoeling kan zijn. Je worstelt en komt boven, niet één keer maar talloze malen. Telkens als je boven komt wordt het je steeds duidelijker dat er iets anders moet zijn in het leven, maar je kunt er de vinger niet opleggen. Je wordt weer meegezogen door de stroming en er komen andere momenten dat je worstelt en weer boven komt. Beetje bij beetje begin je in te zien dat als je uit die strijd naar boven schiet en echt adem kunt halen, je steeds dichter bij die ware bedoeling van het leven op komt. Maar het leven vergt veel en de strijd kan lang duren. Die strijd voer je in feite met jezelf, niet zozeer met anderen om je heen. Zij zijn wel het gereedschap dat je gebruikt om je eigen denkbeelden over leven, dood en vrijheid bij te schaven, maar het echte werk wordt in je innerlijk gedaan. En eens komt de bevrijding, dat gevoel dat je boven komt en dat je dicht bij een strand bent. Eindelijk, na vele jaren, neemt de stroming je mee in de branding en spoelt je aan. Dan weet je dat je het hebt gered, dat je er bent, diep in jezelf verankerd, standvastig en alleen. Nee, niet alleen, je bent er met het weten dat God in en met je is. Een God die de natuur is, die lucht en aarde, water en vuur is, een God die je de adem heeft ingeblazen, die elke seconde van de dag, elke minuut en elk uur in en bij je is en je nooit meer zal verlaten. Je beseft dat die God er altijd al was, maar dat je zelf innerlijk en geestelijk moest groeien om dat te beseffen en te aanvaarden. En dat die zee, die massa mensen allemaal delen van één groot geheel zijn, waar ook jijzelf deel van bent. Je bent in de eenheid en hebt de dualiteit gelaten voor wat het is. Dan weet je dat je leven van drenkeling voorbij is, dat je leeft zoals het bedoeld is.